woensdag 2 maart 2016

Curriculumanalyse DEEL B

De inhoudelijke curriculumanalyse van Middenkader Engineering met uitstroomkwalificatie Technicus engineering, crebonr. 25297 ten behoeve van de Samenwerkingsschool Techniek (SST)
kunt u lezen aan de hand van vijf vragen.

Vraag I: Welke leerlijnen/leerdoelen herken je?
Binnen de afdeling werktuigbouwkunde wordt het kwalificatiedossier “Middenkader Engineering niveau 4” gebruikt om zowel de generieke als de vakinhoudelijke leerdoelen vorm te geven. De generieke vakken Loopbaan en Burgerschap, Nederlands, Engels en Rekenen worden landelijk getoetst met behulp van centraal ontwikkelde examens (COE). Het examen bestaat voor ieder onderdeel van de beroepsopleiding uit een instellingsexamen of een centraal examen dan wel beide. Het instellingsexamen van het beroepsspecifieke deel zijn de “Proeven van bekwaamheid (PVB’s)” die in leerjaar vier worden afgenomen. De voorbereidende leerjaren kennen overgangsnormen waaraan studenten alleen door het maken van toetsen en werkstukken kunnen voldoen. De generieke vakken kennen in deze voorbereidende leerjaren wel examens. De leerdoelen en de leerlijnen van de beroepsspecifieke vakken en de beroepspraktijkvorming (BPV) staan beschreven in de leerplannen Unit Techniek.

Vanuit het bewustzijn dat kwalificatieleerdoelen niet voldoende dekkend zijn, ontstaat het besef dat succesvol functioneren in de eenentwintigste eeuw nieuwe vaardigheden vereist. Dit komt door de recente technologische ontwikkelingen. Met behulp van projectmatig werken wil de afdeling werktuigbouwkunde hierop inspelen. Benodigde conatieve vaardigheden zijn jezelf kennen en beheersen en begrijpen van interactie met anderen (Marzano & Heflebower, 2012).

Vraag II: Naar welke leerdoelen leiden deze leerlijnen?
De beroepsspecifieke leerlijnen leiden de student op tot een beginnend beroepsbeoefenaar MBO niveau 4. Hiervoor is in het kwalificatiedossier het volgende profiel ontwikkeld met de volgende kerntaken voor de Technicus Engineering: ontwerpt producten of systemen, begeleidt werk, bereidt werk voor, begeleidt onderhoudswerk. Per vak zijn per leerjaar, per blokperiode, doelen geformuleerd, die zijn vastgelegd in de leerplannen Unit Techniek.

De leerdoelen voor de generieke vakken staan beschreven in de “Bijlage 3 -Studierichtlijnen AVO - 15-10-14”.

Vraag III: Welke integratie of samenhang van leerdoelen zie je?
Bij het samenwerken in projecten en bij de proeven van bekwaamheid worden alle vakken geïntegreerd, zodat leerlingen binnen een reële beroepspraktijksituatie leren te functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. Bij de aanvang van het nieuwe schooljaar wordt gestart met het 4C/ID-model. Speerpunt binnen dit model is scaffolding. Dit wil zeggen dat makkelijke leerdoelen oplopen naar moeilijke, waarbij de docent ondersteunend werkt maar in tijd deze ondersteuning afbouwt. Daarnaast zijn de betekenisvolle leerdoelen gevarieerd. De leerling werkt vanaf het begin in een reële beroepspraktijksituatie, waarbij een leertaak vooral is gericht op het ontwikkelen van de beheersing van de beroepstaak, taak of competenties.


Vraag IV: Hoe komen deze leerdoelen in het primaire proces van jouw groep(en)/leerjaren terug?
(e.g. methoden, contractwerk, vakken en leermiddelen)?
Studenten worden in leerjaar een en twee ontwikkelingsgericht beoordeeld.
In leerjaar drie en vier worden ze kwalificerend beoordeeld, waarbij kerntaken, competenties en werkprocessen getoetst worden. De leermiddelen die hiervoor gebruikt worden zijn een complete serie werkboeken, kernboeken en een tabellenboek van “TransferW” voor Werktuigbouwkunde niveau 4. Het leerproces wordt gestuurd vanuit het werkboek. De werkboeken bevatten voorbeeldopdrachten met uitwerkingen, vragen, opdrachten, samenvattingen en per hoofdstuk een zelftoets.

De beroepsgerichte theorievakken die gedurende de opleiding worden gegeven zijn: wiskunde en natuurkunde, gereedschappenleer verspanen, gereedschappenleer niet verspanen, materialenleer, constructieleer A/B/S, flexibele productieautomatisering, montage en onderhoud, bedrijfskunde.

De beroepsgerichte praktijkvakken die gedurende de opleiding worden gegeven zijn: vaktekenen, Autocad, Inventor en CAM, verspanen en niet-verspanen, materialen, montage en onderhoud, beroepspraktijkvorming (BPV). De Beroepspraktijkvorming (BPV) gedurende de eerste jaren heeft een oriënterend karakter. In semester acht heeft de BPV een afstuderend karakter en vindt deze zo veel mogelijk plaats in de sfeer van het toekomstig beroep.

Het programma van de generieke vakken is terug te vinden in “Bijlage 3 -Studierichtlijnen AVO - 15-10-14”.

Vraag V Welke sterke punten herken je?
Voor de sterke en zwakke punten verwijs ik naar bijgaand document.

Bronnen


Geen opmerkingen:

Een reactie posten